De post over de aftrap van onze trip naar Senegal kon je eerder al lezen. Na Dakar ging de reis na drie dagen verder richting Saint Louis in het noorden van het land op de grens met Mauritanië. Een avontuur om niet snel te vergeten. Na een lange en plakkende autorit van zo’n 5 uur bereikten we langs kapotte wegen, primitieve dorpjes en een handvol sjoemelende agenten en corrupte douaniers onze nieuwe bestemming.
Van Dakar naar Saint Louis
Saint Louis
Saint Louis is een oude Franse koloniale nederzetting die werd opgericht ergens in de 17de eeuw. Tot 1957 was het zelfs de hoofdstad van Senegal. Blijkbaar noemt men Saint Louis ook wel eens het Venetië van Senegal, maar nu weet ik niet of dat door het ‘echte’ Venetië als een compliment moet worden beschouwd. Je hebt er inderdaad honderden typische pirogues die her en der op het water drijven, maar naast de tonnen afval en viezigheid in en langs de rivier Sénégal kan je gewoon niet kijken.
Saint Louis is ontegensprekelijk een levendige, bruisende en kleurrijke stad. Hier en daar zie je in de stadskern enkele mooie architecturale pareltjes uit lang vervlogen koloniale tijden. Jammer genoeg blijft er van die charmante invloeden uit het verleden nog bitter weinig over. De schoonheid uit die vervlogen tijd is ondertussen weggerot. Net zoals in de rest van Senegal blijft wat eenmaal stuk is ook hier voor altijd stuk, zo blijkt.
In Saint Louis verbleven we in een eenvoudig hotel vlakbij de Sénégal rivier. We betaalden 35000 CFA voor een tweepersoonskamer met airco en (erg basic) ontbijt. Andere hotels in de stad vind je hier.
Langue de Barbarie
Op enkele kilometers van Saint Louis vind je het nationale park Langue de Barbarie terug, een zandig schiereiland dat grenst aan de Atlantische Oceaan. Normaal bezoek je dit park het beste tussen november en april wanneer de vogels arriveren vanuit Europa. Wij bezochten de landtong begin oktober waardoor nog niet alle trekvogels te bewonderen waren.
Het park is een echt toevluchtsoord voor heel wat vogelsoorten zoals pelikanen, grijskopmeeuwen, roze flamingo’s en steltlopers. Er zijn ook enkele soorten zeeschildpadden die er één keer per jaar een nest maken.
Je zoekt het best iemand in Saint Louis die met je meegaat naar het park. Wij onderhandelden met een jonge Senegalese gids en voor 8000 CFA vergezelde hij ons. De toegangsprijs voor volwassenen bedraagt 5000 CFA. Je kan een bootje huren om van dichtbij kennis te maken met de verschillende vogels, dat kost je nog eens 2500 CFA per persoon (voor een tocht van ongeveer 2 uur).
Touba
Op de terugweg naar Gambia hielden we in Touba even halt bij de moskee, zo’n 200 kilometer van Saint Louis. De grote moskee in Touba is met zijn vijf minareten een van grootste in Zwart-Afrika. Bij de bouw is niet op een euro meer of minder gekeken. Een groot deel van het gebouw bestaat uit Italiaans marmer en de tapijten zijn van Belgische makelij. Je kan hem uiteraard bezoeken, maar denk eraan je ontblote armen en benen te bedekken.
Kaolack
Na zo’n 100 kilometer rijden op erg slechte wegen bereiken we de stad Kaolack. Omdat we te laat zouden arriveren in Barra om de ferry te kunnen nemen naar Banjul besloten we hier te overnachten. We vonden een kamer in een zeer eenvoudige auberge (Djoloff Inn) voor 16.000 CFA (€ 24 voor 2 personen) met airco en een (lachwekkend) ontbijtje. Een half stokbrood met boter én oploskoffie. What else do you need?
Van hier ging het verder naar grensstad Karang om de nodige formaliteiten te regelen. Daarna gingen we via de haven met de veerboot terug richting Banjul.
Saint Louis Praktisch
Bij tientallen nutteloze politie-, leger- of douanecontroles werd onze jeep tegengehouden voor controle. Een vijftal keer moest er met cash geld gezwaaid worden alvorens we mochten verder rijden. Iedere ter plaatse verzonnen inbreuk werd in no-time weggewuifd met enkele honderden CFA.
Je kan met Brussels Airlines rechtstreeks vliegen op Banjul, onze vertrek- en eindbasis van de trip. Ook TUI fly brengt je naar Gambia, vaak met een tussenlanding op Kaapverdië.
Voor de trip vanuit Gambia naar Senegal regelden we ter plaatse een taxichauffeur die ons met zijn jeep gedurende zes dagen zou vergezellen. We onderhandelden vooraf een prijs (25.000 dalasi). Met 4 personen kwam dit neer op ongeveer 125 euro per persoon (ferry, tolwegen en enkele non-boetes door corrupte agenten incluis).