Laatste update 15 mei
Mijn eerste echte reis naar Zwart-Afrika begon met een ontdekkingstocht in het kleinste landje van het vaste continent. Vier dagen lang ontdekten we Gambia alvorens we vertrokken voor een zesdaagse trip naar (het enige) buurland Senegal. Op de planning stond onder meer hoofdstad Dakar, slaveneiland Ile Gorée, Saint Louis in het noorden en Fort James op Kunta Kinteh Island.
Ferry Banjul naar Barra
Wie vanuit Gambia met de auto naar Dakar wil reizen is zo goed als verplicht om in Banjul de veerboot te nemen naar Barra. Lang duurt de overtocht niet – een uurtje maximum -, maar houd wel rekening met (extreem) lange wachttijden aan de haven. In betere tijden waren er dagelijks een drietal ferry’s actief tussen Banjul en Barra, maar momenteel is er slechts ééntje die niet stuk is. Wij stonden iets voor het middaguur met onze wagen klaar om te vertrekken, maar het was pas aan ons om 18u30, zo’n zeven uur later. Zonder auto trouwens, want plaats voor onze jeep (en chauffeur) was er niet meer. Die kwamen pas uren later met de volgende boot aan.
De overvolle overzet kost je 25 dalasi (een halve euro) per persoon en 300 dalasi (6,50 euro) voor een auto met chauffeur. Heb je een extra zakcentje (een paar honderd dalasi) voor de medewerkers op de terminal dan schuift je auto trouwens zomaar – hocus pocus – een aantal plaatsen op. Zo werkt het nu eenmaal in Gambia (én in Senegal zo zal later blijken).
Karang
Omdat onze auto nog op de volgende ferry stond te wachten en we geen tijd wilden verliezen namen we een bushtaxi (goedkope, maar propvolle en tot op de draad versleten mini-busjes) naar grensstad Karang. In Barra word je als westerling letterlijk geattaqueerd om je snel in een taxi te krijgen. Onderhandelen is de boodschap! Betaal niet meer dan 50 dalasi per persoon voor een bushtaxi of 250 dalasi voor een normale taxi. Het ritje naar Karang duurt ongeveer een half uur.
Eenmaal in Karang aangekomen moeten er wat grensformaliteiten geregeld worden. Zo moet je in obscure kamertjes uitgeschreven worden, omdat je Gambia verlaat. De politie- en douaneambtenaren regelen dat graag voor je, maar ze willen in ruil natuurlijk wel wat centjes. ‘Om een koffie te kopen’, zeiden ze. Enkele meters verder moet je dan weer een stempel halen om Senegal binnen te mogen. Vergeet niet om je paspoort en vaccinatieboekje mee te nemen.
Dakar
De Senegalese hoofdstad Dakar is zowat het knooppunt van West-Afrika. Tijdens onze trip waren we een tweetal dagen in de drukke stad die de doorsnee toerist niet bijster veel te bieden heeft als het gaat over echte bezienswaardigheden. In de volksbuurten vind je her er der de typische dibiteries sénégalaises terug. Gammele eethuisjes waar je lekker en goedkoop kip of schaap kan eten, klaargemaakt op een houtskoolvuur.
Ile Gorée
Op slechts enkele kilometers van Dakar ligt het slaveneiland Gorée, een van de draaischijven van de slavenhandel tussen de 16de en de 19de eeuw. De plek is vrij makkelijk enkele keren per dag met een veerboot te bereiken vanaf de haven in Dakar. De ferry kost je als westerling 5200 CFA, zo’n 8 euro (retour). Vreemd genoeg zijn er (zoals bijna overal) veel goedkopere tarieven voor Afrikanen. Na twintig minuten varen bereik je het eiland.
If all the sky were paper and all the seas ink, I would not be able to describe the brutality of the slave trade | Bosman 1701
Naar de verschillende restaurantjes nabij Place du Port Gorée kan je zonder toegangsticket, maar om een rondje te maken doorheen het eiland moet je betalen. Waarvoor je moet betalen is niet altijd even duidelijk. Houd je portefeuille na het kopen van een ticket voor de ferry nog even open want er moet dus nog gedokt worden. 500 CFA (€ 0,75 per persoon) voor de toeristentaks én 8000 CFA (€ 12 voor 3 personen) voor de nog-een-andere-maar-ik-weet-begot-niet-welke-taks. Later wilt je gids (die je niet gevraagd hebt, maar die gewoon besloot om gids voor je te spelen) ook nog eens € 10 van je.
Door of no return
Op Gorée kan je het Maison des Esclaves ofwel het Slavenhuis bezoeken (en jawel, nog eens entreegeld! 500 CFA, ongeveer 0,75 euro). Hier werden Afrikaanse slaven opgesloten alvorens ze door de Door of no return op een houten boot stapten die via de Atlantische Oceaan richting Nieuwe Wereld vaarde. Ontsnappen uit het fort en naar de kust zwemmen was met een 5 kilogram zware metalen bal aan de voeten en nek geen optie. Het museum geeft je een beter inzicht in de pakkende verhalen over deze zwarte bladzijde uit de geschiedenisboeken.
Enkele weetjes: Op Gorée wonen iets meer dan 1000 mensen. Er rijden geen auto’s en er is maar 1 hotel op het eiland. Het slaveneiland kreeg de afgelopen jaren bezoek van onder andere Barack Obama, Nelson Mandela, Paus Johannes Paules II, Bill Clinton en George W Bush.
Ile Gorée Praktisch
Hou er rekening mee dat een bezoek aan Gorée je ongeveer 18 euro kost per persoon (ferry, entreegeld, fooi). Voor de trip vanuit Gambia naar Senegal regelden we ter plaatse een taxichauffeur die ons met zijn jeep gedurende zes dagen zou vergezellen. We onderhandelden vooraf een prijs (23.000 dalasi). Met 4 personen kwam dit neer op ongeveer 125 euro per persoon (ferry, tolwegen en enkele non-boetes door corrupte agenten incluis).
In Dakar logeerden we twee nachten in een appartement bij kennissen voor zo’n 35 euro per persoon. Je kan met Brussels Airlines rechtstreeks vliegen op Banjul (Gambia). Ook TUI fly brengt je naar Gambia, vaak met een tussenlanding op Kaapverdië. Het eerste deel van mijn Gambia blog lees je hier.
Update artikel